Als sinds ik mij begin jaren ’90 (kortstondig) verdiepte in moderne productie methodes heb ik mij afgevraagd waarom wij eigenlijk zo veel geld blijven investeren in een transportsysteem dat gestoeld is op grote aantallen mensen vervoeren via een rigide systeem. De voorbije week maakte een kafkaiaanse treinervaring die gedachte terug wakker. En als ik dit weekend las dat we straks 300 zelfrijdende auto’s op de Belgische wegen krijgen (Tesla) én dat de top van de NMBS (een stel managers die eigenlijk al lang op pensioen moesten zijn) hopeloos overhoop ligt, dan is het signaal voor mij duidelijk. De vervoerssystemen van meer dan een eeuw geleden zijn niet meer aangepast aan deze tijd, en het is niet met deze mensen dat we tot een oplossing gaan komen. Verwacht van mijn geen doordachte transport-economische analyses, de laatste keer dat ik daarover iets gelezen heb was voor een keuzevak gedurende mijn opleiding economie. Lang geleden dus. Maar de eindeloze files die ik dagelijks trotseer zorgen voor voldoende tijd om na te denken over mogelijke oplossingen. Toen ik deze week nog eens probeerde in Brussel te geraken met de trein in plaats van de auto of motor liep zowat alles fout wat er kon fout lopen. Wat mij echter het meeste opviel is de reactie van meer ervaren treinreizigers die op sociale media eenstemmig reageerden dat dit gewoon dagelijkse kost is. Waarom ze er dan niet meer over klagen? Gewenning, klagen helpt toch niet, kortom ze hebben het opgegeven. Er is dus iets fundamenteel mis met het spoor als vervoersmiddel. Het vertrouwt op schaalgrootte (een peperduur spoornet) en massavervoer (treinstellen met tientallen tot honderden mensen erin), een concept dat dateert uit de industriële revolutie. Maar die revolutie ligt lang achter ons, vandaag zijn er andere revoluties aan de orde die een oplossing kunnen brengen.
Spoorvervoer is een concept dat dateert uit de industriële revolutie en kan onze mobiliteitsproblemen niet oplossen.
Als vertrekpunt voor die oplossing grijp ik graag terug naar wat ik in de jaren ’90 leerde bij het lezen van “The Goal”, een standaard werk voor iedereen die wil begrijpen hoe je een moderne productie eenheid moet organiseren. Eén van de basis ideeën is dat je met kleine productie hoeveelheden werkt in een flexibele omgeving. Dat blijkt een veel effectievere manier van werken te zijn, zeker in een omgeving waar klanten niet langer kiezen uit één kleur (zwart), maar verwachten dat een product aangepast is aan hun persoonlijke noden. Voor vervoer geld dit laatste nog veel meer. We rijden al lang niet meer met z’n allen naar één kantoorgebouw of fabriek naast een station in Brussel. Mensen houden er ook helemaal niet van om als vee in een wagon gepropt te worden om op een niet door hen gekozen tijdstip achtergelaten te worden op niet door hen gekozen plek, min of meer in de buurt van waar ze die dag gaan werken. Vandaar dat velen de voorkeur geven aan de auto, ondanks de files. Toen ik alweer lang geleden een paar maanden doorbracht in Mexico City, een mega-stad met twee keer de bevolking van België, ging ik steevast werken met een ‘pesero’. Pesero's vormden een schier eindeloze stroom minibusjes die een min of meer vast route volgen en stoppen waar iemand op ze wacht, en je afzetten op de hoek van de straat die jij kiest. Daarmee zijn de files niet opgelost in Mexico, maar volgens de theorie van The Goal kan je alleen concluderen dat die busjes de mensen veel efficiënter naar hun werken brengen dan gelijk welke trein of metro dat ooit zou kunnen. Dit met intervallen van enkele minuten in plaats van een uur, en tot op maximaal 200 meter van je werkplek.
Het goede nieuws is nu dat we dit model met de technologie van vandaag volledige geautomatiseerd kunnen toepassen. Zelfrijdende auto’s zijn geen science fiction meer en voor de prijs van een Fyra treinstel bouwen Tesla, Google, BMW of voor mijn part Apple gemakkelijk 50 comfortabele zelfrijdende busjes die meteen ook WiFi aan boord hebben (nog zo iets wat blijkbaar onmogelijk is in een trein). Die pikken reizigers aan de hoek van de straat op, samen met een paar mensen die dezelfde richting uit moeten en brengen hen tot vlak bij de werkplek. Stoppen onderweg kan, maar als er niemand uit of in moet rijden ze gewoon door. Snel, efficiënt, comfortabel en 100% zelforganiserend als je het inzetten van de busjes aan de markt overlaat (eventueel gesubsidieerd). Drukke routes zullen veel busjes krijgen, rustige trajecten zullen sneller verlopen wegens weinig tussenstops.
Laat ons dus starten met de ontmanteling van één spoorlijn en investeren in een serie zelfrijdende busjes. Dan kunnen we nagaan of dat werkt voor de reizigers. Gedaan met de frustratie van afgeschafte treinen, er is een paar minuten later toch alweer een nieuw busje. Gedaan met ingewikkelde uurregelingen die bij het minste als een kaartenhuis in elkaar storten. Gedaan met een geldverslindende mastodont die het mobiliteitsprobleem in België op geen enkele manier schijnt te kunnen oplossen.
Update 17/4/2015
Enkele startup initiatieven die in deze richting werken:
- Transloc werkt aan een flexibele oplossing voor openbaar vervoer.
- Maaxitaxi is een app die de typische londense taxi's efficiënter vult door verschillende gebruikers samen te brengen en ook mensen onderweg op te pikken.